In je BEN-woning is het de bedoeling om, dankzij doorgedreven isolatie, de beperkte vraag naar verwarming, warm water en eventueel koeling zo efficiënt en hernieuwbaar mogelijk in te vullen. Een warmtepomp is daarvoor de meest evidente en toekomstgerichte oplossing.
Anders dan een klassieke verwarmingsketel die volledig werkt op fossiele brandstoffen (aardgas, stookolie, etc.), haalt een warmtepomp haar warmte uit de directe omgeving: de aardgrond (via een horizontaal leidingnetwerk of via verticale boringen in de grond), grondwater (door dit op te pompen) of de lucht (door deze aan te zuigen). De koelvloeistof in de warmtepomp wordt verwarmd door de omgevingstemperatuur en daarna samengeperst tot hogere bruikbare temperaturen. Zo kan je woning en/of sanitair water worden verwarmd. Soms kan je met een warmtepomp ook koelen door de werking om te keren.
Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw is lagetemperatuurverwarming sinds 2023 verplicht in Vlaanderen. Dat betekent dat bij centrale verwarming met water als afgiftemedium, het systeem moet ontworpen zijn op een lage watertemperatuur: de ontwerpvertrektemperatuur mag niet hoger zijn dan 45°C.
Daarnaast moet vanaf 2025 het installatierendement van centrale verwarmingssystemen met water als afgiftemedium minimaal 130% bedragen en is een gasaansluiting voor nieuwbouw met vergunningsaanvraag vanaf 1 januari 2025 niet langer een optie.
Vanaf 2025 zijn de opties voor nieuwbouw in de praktijk dan ook beperkt tot een biomassaketel in combinatie met een warmtepomp (hybride, maar niet courant), aansluiting op een warmtenet (ook niet courant) en een warmtepomp (de meest evidente optie).
Je kan aan de eisen voldoen door te kiezen voor een lucht/water- of grond/water-warmtepomp die dient als hoofdverwarming. Gekoppeld aan vloerverwarming kan zo eenvoudig aan de temperatuurs- en systeemrendementseis worden voldaan.